Hoe dichter het nieuws bij je staat, hoe meer je gaat twijfelen aan de mediaberichtgeving
Door Amber Baig
Ik schrok me wild toen ik begin april door mijn moeder werd gewezen op een nieuwsbericht op de website van de Amsterdamse televisiezender AT5. Daar stond het, in koeienletters geprojecteerd op het beeldscherm van mijn laptop: “Rector Het 4e Gymnasium verdacht van bezit kinderporno”. Mijn hart stond even stil toen ik het artikel tot me nam. Ik heb tijdens mijn middelbareschooltijd vier jaar op dat gymnasium les gehad. Onze vier brugklassen waren de eerste klassen toen Het 4e Gymnasium werd opgericht. Het was toen nog een kleine school en de rector kende ik goed. Het zou toch niet? Dit nieuws kan gewoon niet waar zijn.
Sinds deze week is er abnormaal veel aandacht voor dit schandaal. Artikel na artikel verschijnt online of wordt gepubliceerd in de krant. Dit nieuws wordt duidelijk in de aandacht gebracht zonder dat er nieuwe feiten bekend zijn. Deze mediahype heeft nog een staartje, bedenk ik me. Alle media richten zich namelijk op het schandaal, de emotionele factor in het hele verhaal. Op dat moment realiseer ik me dat ik totaal anders over dit verhaal denk dan alle mediaberichtgevingen doen. Aangezien ik deze man ken, kijk ik naar het algemene plaatje en vel ik niet meteen mijn oordeel. Dit brengt mij bij de stelling: Hoe dichter het nieuws bij je staat, hoe meer je gaat twijfelen aan de mediaberichtgeving.
Mijn grootste vraag is: waarom is de media eerder geïnformeerd dan de ouders van de leerlingen van Het 4e Gymnasium? Het lijkt me redelijk dat je als eerste stap de dichtstbijzijnde betrokkenen informeert en daarna pas de media. Dat is in dit geval niet gebeurd en zorgt dus voor schokkende reacties.
De term die het best bij deze situatie past heet Priming. “Mediapriming is het proces waarbij (1) de door de media verspreide informatie, in het geheugen van de ontvanger bepaalde kenniseenheden tijdelijk gemakkelijker toegankelijk maakt. Daardoor neemt (2) de waarschijnlijkheid toe dat die gemakkelijk toegankelijke kenniseenheden ook bij de receptie, interpretatie en beoordeling van daaropvolgende informatie eerder geactiveerd en gebruikt worden dan de minder toegankelijke kenniseenheden.” (Peter, 2002. HvA reader M&M4). Kort gezegd betekent Priming dat de media door een bepaalde berichtgeving de gedachten, uitspraken en meningen van het publiek kunnen opwekken en vormgeven.
Naarmate iemand meer kennis heeft over een bepaald onderwerp, zal de mediaberichtgeving minder invloed uit kunnen oefenen. Hierdoor is die persoon minder gevoelig voor primingeffecten door de media. Het nieuws in deze kwestie heeft voor mij persoonlijk een andere lading dan voor buitenstaanders. Ik ken deze man en dat maakt mij niet alleen afhankelijk van de berichtgevingen die de media hierover doen, in tegenstelling tot een heleboel Nederlanders die een uitgesproken mening over dit onderwerp hebben.
Als je iemand kent of met een situatie te maken hebt waarover bericht wordt in de media, word je als het ware immuun voor schokkende berichtgevingen. Hoe dichter je bij het nieuws staat, hoe waarschijnlijker de mediaberichtgevingen worden. Je hebt dan sneller door wanneer een bericht is aangedikt en de primingeffecten gaan aan je voorbij.
Naar mijn mening is nieuws veel interessanter als je er nog niks over weet. De onwetendheid wordt beantwoord. Alleen dan heeft de berichtgeving de impact die het hoort te hebben. Al met al, nieuws hoort nieuw te zijn.